Hallo allemaal! Ik ben nog steeds in Nieuw-Zeeland. Dit keer in Renwick, met het hostel midden in het wijngebied. Natuurlijk heb ik vanmiddag uitgebreid de wijn geproefd bij verschillende wijngaarden (kosteloos, super gewoon), dus ik gok dat m’n blog vrij vlot getypt word vandaag. Inclusief typ- en stijlfouten (alhoewel die er altijd wel zullen zijn).
Maar waar was ik gebleven. Volgens mij in Punakaiki, bij de pancake rotsen. Die er overigens echt uitzagen als stapels pannenkoeken. Allemaal best indrukwekkend en vooral ook heel erg aan het strand (hoera voor de spa pool van het hostel). Vanuit Punakaiki hebben we een enorme tocht gemaakt naar Motueka, een stad waarvan we dachten dat hij wel leuk zou zijn. Niet dus. Motueka kon het meeste vergeleken worden met een industriegebied met wat winkels. Gelukkig was ons hostel wel gewoon super, dus no worries. Ik begin trouwens al helemaal in de lingo te komen hier, de helft van m’n zinnen eindigd met ey, ik heb het alleen maar over good stuff en alles is awesome en alles is vooral gewoon heaps, maar boven alles is het gewoon no worries. Ofzo… Afijn, Motueka hebben we vooral gewoon gebruikt als uitvalsbasis die elke keer te ver weg was van waar we waren.
De eerste dag gingen we namelijk naar Farewell Spit, een bizarre uitstulping op de kaart die ons wel interessant leek. Na anderhalf uur langs het strand gelopen te hebben, beslotten we over te steken naar de andere kant van de spit. Deze oversteek door de duinen leek meer op een oversteek door een woestijn. Overal zand, zand dat vooral HEET was. Gelukkig had ik sokken bij me, zodat ik er niet met slippers doorheen hoefde (sokken werken namelijk 10x beter tegen heet zand dan slippers). Aan de andere kant gekomen, bleek dat er een zandstorm gaande was, dus wij maar weer terug door de woestijn naar het westelijke strand. Daar gekomen waren we in shock. De zee was namelijk weg. Het is daar nl zo ondiep dat met laagtij de zee meer dan een km terugtrekt, echt heel bizar om te zien. Door dit fenomeen stranden daar dan ook veel walvissen, wat gelukkig niet van toepassing was deze keer.
Op de terugweg naar Montueka zagen we dat er langs de kant van de weg wat schapen geschoren werden. Gabi en ik keken elkaar aan, maakten een u-turn en checkten het even uit. Bleek dat er 4 mannen op een hek een biertje aan het drinken waren, terwijl er 2 vrouwen aan het vechten waren met de schapen om ze te schren. Na een tijdje toegekeken te hebben en wat afgekletst te hebben (jaja, ouwehoeren kan ik nog steeds goed), vroegen ze of wij ook een poging wilden wagen. En natuurlijk wilden we dat!! Nu kan ik trots vertellen dat ik een schaap geschoren heb, bewijs volgt nog!! Die schaapjes zijn best schattig, vooral omdat ze denken dat ze niet weg kunnen komen, en daarom dan ook maar gewoon rustig blijven zitten. Maar het was eigenlijk gewoon best gaaf om te doen en ik heb niet eens een snee gemaakt! Na dit festijn vroegen deze kiwi’s of we zin hadden om met hun te bbq-en die avond, wat wij natuurlijk niet afgeslagen hebben. Die avond zaten we onder de superheldere hemel (allebei de magelhaese wolken gezien!!) met 4 families incl. vrouwen en kinderen aan een enorme berg vlees. Het was erg gezellig, die kiwi’s zijn zo enorm gastvrij. En hun huizen zijn GROOT.
De dag daarna hadden we een actieve dag gepland: met de boot het Abel Tasman natuurreservaat in, om 22 km terug te lopen naar het beginpunt. Ondanks de biertjes van de vorige avond, stonden we gewoon vroeg fris en fruitig op en gingen we op pad. En raad eens wie daar bij de boot opdoken? Mark en Koleta natuurlijk. Samen met hen hebben we het eerste stuk gelopen, daarna zijn zij met de kayak verder gegaan. Natuurlijk niet voordat we een nieuwe UNO-date hadden gemaakt voor de avond, die natuurlijk ook weer geslaagd was (ik heb zelfs de Donald Duck gewonnen). De wandeling zelf was supermooi, al was het af en toe belachelijk heet zonder schaduw in de volle zon. Maar het uitzicht maakt alles goed :).
Na het Tasmangebied te voet ontdekt te hebben, was het tijd om het water te veroveren. Gewapend met een kayak gingen we te water voor een tocht over ruw zeewater met wederom fantastisch uitzicht. Kayakken is eigenlijk gewoon best gaaf. Na het kayakken was het tijd om onze tocht te vervolgen, we moesten immers de 3000 km halen ;). We gingen op weg naar Nelson, om daar in het mooiste hostel ooit te slapen. Fantastische bedden (eindelijk geen stapelbedden), supermooi 19e eeuws huis, heerlijk ontbijt (inclusief!!!), en voor de rest gewoon een supersfeer. Helaas sliepen we hier maar 1 dag, omdat we onze planning omgegooid hadden. In eerste instantie zou ik samen met Gabi naar Kaikoura gaan voor het walvisspotten, in Nelson bleek dat dit vol zat. Maar gelukkig was er een alternatief: namelijk dolfijnspotten in Picton, om er vervolgens ook nog mee te zwemmen (wilde dolfijnen, he). Best gaaf dus. En dat heb ik vandaag dus gedaan. Nou, ja, niet helemaal. We hebben inderdaad dolfijnen gezien, de hector dolfijnen-kleinste dolfijnsoort ter wereld, komt alleen voor in NZ. Maar aangezien deze dolfijnsoort beschermd is, mag je er niet mee zwemmen. Helaas appeltaart dus, maar gelukkig kregen we een refund en gaan we morgen weer een poging doen. Gabi blijft dan in Picton, om de ferry naar Wellington te nemen. Ik ga daarna terug naar Christchurch om Dan te zien, die ik weer in Laos ontmoet heb. Gezelligheid ten top dus.
Vandaag na het dolfijnspotten zijn we naar het wijngebied gegaan, waar we weer wijn geproefd hebben bij verschillende wijngaarden. Superleuk en nu hebben we na een topmaal weer een lekker wijntje opengetrokken. En toen ging ik m’n blog schrijven en toen was het kringetje rond :). Ik ga nu lekker slapen, morgen is het vroeg dag. kus!!